- baptistencoevorden
Brief aan Diognetus
1800 jaar geleden, in de tweede eeuw, wilde een man Diognetus genaamd, weten wat een Christen was, en hij vroeg of het hem uitgelegd kon worden. En dit werd hem geschreven om hem uit te leggen wat een Christen is.
Christenen onderscheiden zich van andere mensen noch door land, noch door taal, noch door de gewoonten die zij in acht nemen. Ze volgen lokale gewoonten in kleding, eten en in de rest van het leven. En toch tonen ze ons hun wonderbaarlijke en opvallende manier van leven. Ze leven in hun eigen land, maar alsof ze inwonende vreemdelingen zijn. Als burgers delen ze in alles met anderen en verdragen ze toch alles alsof ze buitenlanders zijn. Elk vreemd land is hun thuisland en elk thuisland een vreemd land. Ze trouwen zoals iedereen en krijgen kinderen, maar ze vernietigen hun nakomelingen niet. Ze houden een gemeenschappelijke tafel, maar geen gemeenschappelijk bed. Ze leven in de wereld, maar niet op een wereldse manier. Ze genieten van een volledig leven op aarde, maar hun burgerschap is in de hemel. Ze zijn in het vlees, maar ze leven niet naar het vlees. Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten, maar ze overtreffen de wetten in hun eigen levensstijl.
Ze houden van alle mensen en worden door iedereen vervolgd. Ze zijn onbekend en ronduit bekritiseerd. Ze worden ter dood gebracht en weer tot leven gewekt. Ze zijn arm, maar maken velen rijk; ze hebben gebrek aan alle dingen, en toch zijn ze in overvloed aanwezig. Ze worden onteerd en toch worden ze in hun oneer verheerlijkt. Er wordt kwaad over hen gesproken en toch zijn ze gerechtvaardigd. Zij worden beschimpt en gezegend. Ze zijn beledigd en vergelden de belediging met eer. Ze doen goed, maar worden gestraft als boosdoeners. Als ze worden gestraft, verheugen ze zich alsof ze tot leven zijn gewekt. Ze worden aangevallen en vervolgd; toch kunnen degenen die hen haten geen enkele reden voor hun haat aanwijzen.
Om alles in één woord samen te vatten: wat de ziel is in het lichaam, dat zijn Christenen in de wereld. De ziel is verspreid over alle leden van het lichaam en Christenen zijn verspreid over alle steden van de wereld. De ziel leeft in het lichaam, maar wordt niet beperkt door het lichaam. En Christenen leven in de wereld, maar worden niet beperkt door de wereld. De onzichtbare ziel wordt bewaakt door het zichtbare lichaam, en het is bekend dat Christenen inderdaad in de wereld zijn, maar hun godsvrucht blijft onzichtbaar. De onsterfelijke ziel woont in een sterfelijk tabernakel; en Christenen wonen als vreemdelingen in vergankelijke lichamen, uitkijkend naar een onvergankelijke woning in de hemel. De ziel wordt, wanneer ze slecht wordt voorzien van eten en drinken, beter; op dezelfde manier nemen de Christenen, hoewel ze dag in dag uit aan straf worden onderworpen, des te meer in aantal toe.
God heeft hen aangesteld voor deze grote roeping, en het zou verkeerd zijn als ze die afwijzen.
Uw broeder in Christus, Johan Wopken